Ik had in het bos van mijn jeugd natuurlijk al vaak schimmeldraden gezien. Pas veel later leerde ik dat een verzameling van die draden een mycelium heet. En nog veel later dat een mycelium immens groot kan worden. En dat het kan fungeren als een verbindend netwerk in een bos. Bomen schijnen via dit “wood wide web” te kunnen communiceren. De grootste tot nu toe ontdekte schimmel weegt honderden tonnen, spreidt zich uit over 10 vierkante kilometer en is een paar duizend jaar oud.
Toen ik tijdens een boswandeling in de herfst liep te mijmeren over een mycelium dacht ik aan de onderlinge verbinding die veel mensen zeggen te missen. Die verbinding is er natuurlijk wel, maar lijkt uit zicht te zijn geraakt. Althans, in die richting ging mijn melancholieke gepeins.
Evengoed is het mooi hier. Ook, of misschien wel juist, in de herfst. Zo mooi.